De investeringen dienen altijd een link te hebben met de landbouw. Daaronder verstaan we investeringen die de landbouw helpen om aan de realisatie van KRW-doelen bij te dragen. Daarbij kan het ook gaan om investeringen waarmee negatieve effecten van de landbouw op de waterkwaliteit teniet gedaan of gecompenseerd worden.
Investeringen in klimaatmaatregelen moeten eenzelfde link met de landbouw hebben: ze leiden tot een robuust watersysteem dat ten goede komt aan de landbouw in het algemeen of de maatregelen compenseren negatieve effecten van een (lokaal) op de landbouw toegesneden waterhuishouding (uit het verleden).
De lijst van maatregelen (subsidiabele activiteiten) zoals genoemd in artikel 4 en bijlage 1 voldoet aan deze voorwaarden.
Voor welke activiteiten
KRW-maatregel
Verbreding van overige te smalle hoofdwatergangen
Verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting in ecologisch belangrijke hoofdwatergangen
Verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting in te smalle of ecologische belangrijke KRW-hoofdwatergangen of KRW-boezemkanalen
Aanleg of inrichting van gronden in KRW-boezemmeren of gronden die periodiek in verbinding staan met de KRW-boezemmeren, zodanig dat vissen het gebied in en uit kunnen komen in de paaiperiodes van de meeste vissoorten, waarbij in de zomerperiode een deel van de gronden permanent onder water staat met een maximale breedte van 20 m, voldoende luw en een waterdiepte tot maximaal 0,7 meter, wat niet mag verlanden, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken.
Maatregelen, die bijdragen aan het conserveren van water in of op de bodem en aan een hogere grondwaterstand en/of maatregelen die leiden tot het vasthouden of bergen van water, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken, met uitzondering van drainage.
Maatregelen betreffen:
a. verondiepen of dempen van sloten waarbij het eventueel verlies aan berging wordt gecompenseerd;
b. aanleg van infiltratiegreppels en -gronden in zandgebieden;
c. opzetten peilen.
d. inrichting van bergings- of retentiegebieden;
e. de omzetting van delen van winterpolders, naar zomerpolders of boezemgebied; en van (delen van) zomerpolders naar boezemgebied;
f. het vergroten van het oppervlak open water in te smalle watergangen;
g. de inrichting van gebieden in beekdalen of elders in vrij afwaterende gebieden waarmee water kan worden vastgehouden of geborgen;
h. aanpassing van de waterhuishoudkundige inrichting en kunstwerken met het oog op het vertragen van de afvoer tijdens afvoerpieken;
i. compenserende maatregelen voor laagste percelen om watersysteem klimaatbestendig te maken, zoals ophogen;
j. minder kwetsbaar maken van watersystemen door lage gronden om te vormen/in te zetten voor waterberging.
Vertragen van inklinking en veenafbraak door het verhogen van het waterpeil in (delen van) veenweidegebieden tot 0,6 meter onder maaiveld of hoger en de aanpassing of aanleg van kunstwerken die daarvoor nodig zijn, met uitzondering van drainage
Subsidiabele kosten
Het subsidieplafond voor het onder artikel 1, eerste lid genoemde tijdvak vast te stellen op € 4.357.000, waarvan 50% bestaat uit Europese ELFPO-middelen en 50% uit overheidsmiddelen.
De volgende kosten zijn binnen deze maatregel subsidiabel:
- de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen
- de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa
- de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs
- de kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied
- de kosten van haalbaarheidsstudies
- niet verrekenbare of niet compensabele BTW
- personeelskosten.
Openstellingsbesluit
Meer informatie is te lezen in het openstellingsbesluit
Aanvragen kan van 20 mei 2019 9.00 uur tot en met 30 augustus 2019, 17.00 uur