Regeling jonge landbouwers Gelderland

Met het verstrekken van subsidie via het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) geeft Europa in Gelderland een kwaliteitsimpuls aan het platteland, zodat het innoveert en verduurzaamt. Daarvoor stelt Europa, via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), subsidie beschikbaar aan agrariërs, waterschappen en aan samenwerkingsverbanden tussen agrarische bedrijven en kennisinstellingen voor projecten die bijdragen aan innovatie en verduurzaming van het platteland.

In het kader van POP3 stelt de provincie Gelderland subsidie beschikbaar voor fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische onderneming van jonge landbouwers. De regeling stimuleert het dat jonge boeren na bedrijfsovername kunnen investeren in verduurzaming van hun bedrijven, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit. Vervanging door dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig waren, komen niet in aanmerking. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven komen niet in aanmerking. De subsidie bedraagt maximaal € 20.000,-. Het minimum bedrag aan subsidiabele kosten per fysieke investering is € 20.000,-. Indien de subsidie minder bedraagt dan € 10.000,- wordt de subsidie niet verstrekt. Er is € 1.000.000,- beschikbaar dit jaar.

Voorwaarden

Om voor de subsidie voor fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen van jonge landbouwers in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • Subsidie wordt verstrekt aan jonge landbouwers. Een jonge landbouwer is:
    o Een persoon die bij het indienen van de aanvraag om subsidie niet ouder is dan 40 jaar, een erkende landbouwkundige opleiding of een gelijkwaardige opleiding afgerond heeft of over ten minste drie jaar werkervaring op een landbouwbedrijf beschikt en die zich voor het eerst als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf vestigt;
    o Hetzij alleen hetzij gezamenlijk met andere landbouwers daadwerkelijke, langdurige zeggenschap over het landbouwbedrijf heeft wat betreft de beslissingen die op het gebied van het beheer, de voordelen en de financiële risico’s worden genomen;
    o Van daadwerkelijke, langdurige zeggenschap is sprake als de jonge landbouwer op basis van de statuten of een schriftelijke door alle maten of vennoten ondertekende overeenkomst ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan € 25.000,- en ten minste mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering;
    o Van daadwerkelijke langdurige zeggenschap is geen sprake indien de jonge landbouwer een commanditaire vennoot van het betreffende landbouwbedrijf is of de schriftelijke overeenkomst door elk der partijen eenzijdig kan worden opgezegd;
    o Indien de investering waarvoor subsidie wordt gevraagd wordt gedaan om te voldoen aan de normen van de Europese Unie voor landbouwproductie, wordt subsidie verstrekt aan jonge landbouwers die zich voor het eerst als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf vestigen, uiterlijk 24 maanden na de datum waarop de betrokken landbouwer zich als bedrijfshoofd heeft gevestigd.
  • Subsidie kan worden verstrekt voor investeringen die zijn opgenomen in de lijst fysieke investeringen gericht op de verduurzaming van landbouwbedrijven. Deze lijst kunt u vinden in het openstellingsbesluit. Hiernaast treft u op de provincie website een toelichting aan op de investeringslijst. Indien voor een investering een vergunning vereist is dan dient de aanvrager zorg te dragen dat de benodigde vergunningen voor de investering zijn verkregen;
  • Per landbouwbedrijf wordt slechts één subsidieaanvraag in behandeling genomen;
  • Indien de fysieke investering een onroerend goed betreft, wordt uitsluitend subsidie verstrekt indien:
    o de investering op eigen grond van de landbouwonderneming plaats vindt;
    o er voor de investering het recht van opstal is verleend indien een derde eigenaar is van de grond waarop de investering plaats vindt.
  • De subsidie bedraagt:
    o a. 30% van de subsidiabele kosten indien het landbouwbedrijf volledig bestaat uit jonge landbouwers;
    o b. 24% van de subsidiabele kosten indien het landbouwbedrijf naast minimaal een jonge landbouwers bestaat uit een niet-jonge landbouwer;
    o c. 18% van de subsidiabele kosten indien het landbouwbedrijf naast minimaal een jonge landbouwers bestaat uit twee niet-jonge landbouwers;
    o d. 12% van de subsidiabele kosten indien het landbouwbedrijf naast minimaal een jonge landbouwers bestaat uit drie niet-jonge landbouwers;
    o e. 6% van de subsidiabele kosten indien het landbouwbedrijf naast minimaal een jonge landbouwers bestaat uit vier of meer niet-jonge landbouwers;
    o Indien de subsidieaanvrager kiest voor de berekening van de subsidie op basis van de verdeling van het eigen vermogen van de onderneming dan bedraagt de subsidie 30% van de subsidiabele kosten vermenigvuldigd met het percentage eigen vermogen van het landbouwbedrijf dat in eigendom is van jonge landbouwers.
  • Indien de subsidie wordt verlaagd op basis van het aantal niet-jonge-landbouwers wordt de subsidie verlaagd op basis van het aantal niet-jonge-landbouwers ten tijde van de aanvraag om subsidie;
  • Indien de subsidie wordt berekend op basis van het eigen vermogen wordt de subsidie berekend op basis van het aandeel van het eigen vermogen ten tijde van de aanvraag om subsidie;
  • Indien de subsidieaanvrager kiest voor de berekening van de subsidie op basis van de verdeling van het eigen vermogen van het landbouwbedrijf onder de verschillende bedrijfshoofden bevat de aanvraag om subsidie tevens een accountantsverklaring die is opgesteld volgens een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gestelde modelverklaring. Het betreft hier een rapport van feitelijke bevindingen (COS 4400) over gegevens van het eigen vermogen van de onderneming en de verdeling daarvan onder de bedrijfshoofden;
  • De subsidie wordt geweigerd indien er op grond van deze regeling reeds subsidie is verstrekt voor het landbouwbedrijf of er op grond van hoofdstuk 2, titel 6 paragraaf 2 van de Regeling LNV subsidies of de Subsidieregeling jonge Agrariërs van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit reeds een subsidie is verstrekt aan de aanvrager;
  • Er wordt geen subsidie verstrekt voor voorbereidingskosten die gemaakt zijn voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Openstellingsbesluit

Meer informatie staat in het openstellingsbesluit.

Aanvragen

Het betreft hier een tenderregeling, dit betekent dat de volgorde op de ranglijst wordt bepaald door de mate waarin uw aanvraag voldoet aan het tendercriterium. Aan de fysieke investeringen die op de investeringslijst staan is een puntenaantal gekoppeld. Dit wordt gehanteerd voor de rangschikking van de ingediende aanvragen. De aanvragen worden gerangschikt op basis van het gemiddelde van de investeringscategorieën. Indien aanvragers met een gelijk puntenaantal op duurzaamheid eindigen worden de aanvragen gerangschikt op volgorde van de subsidiabele kosten van de aanvraag. De tender is opengesteld vanaf 7 december 2020 en 12 februari 2021.

Aanvragen